De inkjetprinter

Er zijn vele verschillende soorten printers, maar het voornaamste onderscheid kan gemaakt worden tussen laserprinters en inkjetprinters. Deze laatste categorie is het meest gebruikt en bestaat ook al het langst. Het wordt gebruikt door zowel particulieren als door bedrijven, bijvoorbeeld als QR code printer of om etiketten en verpakkingen mee te bedrukken. Maar wat is een inkjetprinter precies, hoe werkt deze en wat zijn bovendien de voordelen ervan?

De printer gebruikt vloeibare inkt, in tegenstelling tot een laserprinter die poeder gebruikt. Deze inkt wordt over het papier ‘gesproeid’: de printer spuit een druppel op het papier. De technologie bestaat al heel lang: de eerste inkjet printers stammen uit april 1971, alhoewel het tot 1984 duurde alvorens de eerste printers door consumenten in gebruik werden genomen.

Tegenwoordig zijn er twee soorten inkjet printers, die net even anders werken. De eerste is de Piëzo-inkjetprinter. Bij deze printers zit er achter elke kanaal van de printkop een speciaal element: het piëzoelektrisch element. Doordat een element een elektrische puls krijgt veranderd deze van vorm. Door snelle veranderingen in de vorm worden schokgolven gemaakt in het inktkanaal waardoor één of meerdere druppels op het papier komen. Deze technologie zit in een minderheid van de inkjet printers.

De andere soort printer is de thermische inkjetprinter. Bij deze printers zit er een klein verwarmingselement bij de verschillende inktkanalen. Als deze een elektrische puls krijgen ontstaan er dampbelletjes in de inkt welke weer imploderen nadat de puls is uitgezet. Hierdoor ontstaat een schokgolf waardoor het druppeltje inkt weggeschoten wordt. Dit type inkjet printer komt veel vaker voor.

Inkjetprinters hebben als voordeel dat de printers goedkoop gemaakt kunnen worden en vrij makkelijk te onderhouden zijn. Je hebt ze zowel draadloos als bedraad. Bij bedrijven in de productielijn wordt voornamelijk de kabel printer gebruikt.